Ik had er over nagedacht, en mijn besluit genomen: het werd tijd om Ingrid eens te versieren. Ik kende haar al een tijdje, en het beeld van haar spookte voortdurend door mijn hoofd: ai ai ai, wat een mooi wijf was ze toch. Lang en blond; slanke hals (ze draagt haar haren meestal opgestoken); heldere blauwe ogen, sensuele lippen; mooie grote borsten, mooie lange benen; alles, werkelijk alles aan haar was aanlokkelijk. En ze straalde uit dat ze er wel zin in had: ze droeg meestal kleren die haar schoonheid goed lieten uitkomen; hoge naaldhakken aan haar voeten zodat ze verleidelijk wiegelde als ze liep. En een uitnodigende glimlach … althans, zo hoopte ik die te mogen opvatten.
Ik had haar al lang moeten hebben, natuurlijk. Ik ben geen man om zo’n buitenkans te laten lopen, als ik die meen te zien. Maar ja, de gelegenheid deed zich toch steeds niet voor. Ik kende haar van een dansschool, en ik had de mogelijkheid om eens wat onschuldig met haar te flirten zeker niet voorbij laten gaan; ze leek ook wel ontvankelijk voor mijn toenaderings-pogingen; maar er waren altijd andere mensen in de buurt. We hadden elkaar wel een paar keer gebeld om een afspraak te maken (zij belde mij ook, dat gaf de burger moed), maar er kwam steeds iets tussen: zij kon niet op de tijd die ik kon, of ik was zelf verhinderd, of er waren toch ook weer anderen in de buurt.
Met name ene Jan, ook van de dansschool, draaide ook voortdurend om haar heen. Hij wou haar ook wel, dat was duidelijk. Soms dacht ik zelfs wel eens dat hij me voor was en dat ze wat hadden samen.
En verdomd. Ik was zo maar op de bonnefooi bij haar langsgegaan. Ik begroette haar met mijn gebruikelijke verzuchting: “O Ingrid, wat ben je toch weer mooi vandaag!”. Ze bedankte me met een hevige blos, en ik genoot al van het tikkende geluid van haar hoge hakken op de stenen vloer, terwijl ze voor me uitliep naar de huiskamer. Ze zag er uit alsof ze er helemaal klaar voor was: deinende billen, sexy strakke rok, verleidelijke glimlach terwijl ze eventjes achterom keek; maar jawel: die Jan zat er ook weer. Damn! Weer geen kans! Maar Ingrid lachte heel lief naar mij, en leek duidelijk blij me te zien.